Poppen kammen in Napels

In november zijn mijn vriend en ik zonder vastomlijnd plan naar Napels vertrokken. Veel mensen willen weten wat wij hier nu allemaal aan het doen zijn. We gingen hier wonen met als doel om de taal en het leven in de stad te leren kennen. En wat is daarvoor een betere manier, dachten wij, dan het doen van vrijwilligerswerk? Zo belandde ik vlak voor kerstmis aan een tafel vol met speelgoed, samen met Gennaro en Giovanni, twee werkloze mannen. Sinds december werk ik namelijk als vrijwilliger bij kringloopwinkel Mani Tese.

Mani Tese bevindt zich op piazza Cavour. Dat is zo’n beetje het drukste plein van de stad, vlak naast het gelijknamige metrostation waar ik dagelijks langsloop. In plaats van hun afgedankte spullen in (of meestal naast) een van de altijd overvolle afvalcontainers op het plein te gooien, kunnen de Napolitanen ze hier inleveren. En dat doen ze massaal: vrijwel elke dag komen er mensen langs om overtollige huisraad te brengen, soms met een hele auto vol, met alles wat je maar kunt bedenken: van pizzaborden tot poëziebundels, puzzels en koffiemolens.

Stamgasten

Niet alleen het assortiment,  maar ook de klantenkring is van divers allooi: straatverkopers, hippe studenten, toeristen die langslopen op weg naar het vlakbij gelegen Archeologisch Museum, Oekraïense moeders met kinderen, Sri Lankaanse ouderen. Veel buurtbewoners lopen elke dag even langs, om een praatje te maken en te zien wat er nieuw is binnengekomen.

Een van die stamgasten is Carmine, een ex-lid van de Carabinieri (een soort militaire politie) die voortijdig met pensioen is gestuurd en zich sindsdien stierlijk verveelt. Hij klaagt graag over zijn vrouw, maar als hij merkt dat er niemand luistert, dan gaat hij rondneuzen in de hoek met katholieke literatuur, terwijl hij Napolitaanse liedjes zingt. ‘Forza Olanda!’, roept hij als hij mij in het oog krijgt.

De half-Britse, half Italiaanse Jennifer is verzot op sieraden. Terwijl ze de armbandjes en kettingen op de toonbank bewondert, informeert ze ons met een zwaar Engels accent over het wel en wee van haar acht katten. Of inmiddels zeven, want gisteren stond ze in tranen in de winkel, omdat haar lievelingsexemplaar was overreden.

Mani Tese lijkt eigenlijk nog het meest op een klein theater, waar regelmatig met veel grote gebaren politieke discussies worden gevoerd, zoals over de verlaging van de uitkeringen. En juist als ik denk dat het op ruzie uitloopt, wordt er opeens een grap gemaakt en gaan de opponenten weer hun eigen weg.  


Bimbi felici

Mijn collega’s zijn al net zo kleurrijk als de klanten. Rosanna, een gepensioneerde basisschooljuffrouw, is alomtegenwoordig als ‘capo di tutti capi’ van de winkel. Elk vraagstuk, hoe simpel ook, wordt eerst aan ‘la signora Rosanna’ voorgelegd, van de prijzen tot de indeling van het assortiment.

Als een flipperkastballetje schiet deze kleine, ronde vrouw met grote bril door de winkel, her en der orders uitdelend (Vera, vieni qua! – Vera, hier komen!), continu bellend en spullen verplaatsend. Afdingende klanten maken bij haar geen schijn van kans, maar voor hun kroost heeft ze achter de toonbank een doos met gratis speelgoed: voor ‘bimbi felici’, oftewel ‘gelukkige kinderen’ heeft ze alles over.

Giovanni is een boomlange vijftiger die afleiding zocht van zijn familieverplichtingen. Hij woont bij zijn moeder in huis, die in een rolstoel zit. Samen met zijn broer zorgt hij voor haar. “Mama mia, het is een zwaar leven”, verzucht hij met een typisch Napolitaans handgebaar. Zijn familie omschrijft hij als ‘niet rijk, maar ook niet arm’, maar een ‘badante’ aannemen, oftewel een inwonende – vaak Oekraiense of Sri Lankaanse – verzorgster, wil hij niet.

Het is beter als de zorg in de eigen familie blijft, vindt hij. Bejaardentehuizen zijn in Italië dan ook lang niet zo alomtegenwoordig als in Nederland. Giovanni is meestal melancholiek gestemd en vervalt snel in een klaagzang over wat er allemaal mis is met Napels (het vuilnis, de corruptie, de maffia) maar maakt ons met zijn cynische grappen ook vaak aan het lachen. 

Taakstraf

De in de naastgelegen volkswijk Rione Sanità geboren Gennaro kwam via een taakstraf bij Mani Tese terecht, wat in Italië ‘servizio sociale’ wordt genoemd. Na een borrel gedronken te hebben op het communiefeest van zijn neefje, ging hij weer achter het stuur zitten van zijn vrachtwagen. Hij werd gesnapt door de politie, en in plaats van 4.000 euro boete koos hij voor 400 uur vrijwilligerswerk. Hij woont nu bij zijn moeder in Sanità, maar heeft eerder als installateur op cruiseschepen gewerkt bij de haven van Venetië. Hij is een echte handige Harry en repareert alles wat bij onze winkel binnenkomt, van wekkerradio’s tot babypoppen die huilen op batterijen.

Met hen begon ik dus een paar maanden geleden bij Mani Tese, aan een tafel vol Barbies, Supermans en speelgoedauto’s. Volgens de kersttraditie gaven kinderen uit rijke gezinnen hun oude speelgoed weg aan kinderen wiens ouders geen geld hebben voor cadeautjes. Ingepakt in cadeaupapier, met boodschappen erop zoals ‘spero che ti piace’, oftewel ‘ik hoop dat je het leuk vindt’.

Mijn taak was het kammen van de poppen. Letterlijk welteverstaan, want ‘pettinare le bambole’ is in het Italiaans ook een uitdrukking die zoiets betekent als: zitten niksen, uit je neus vreten. Intussen leerden Gennaro en Giovanni mij Napolitaanse scheldwoorden. “Waarom leren jullie dat aan haar?”, vroeg Rosanna verontwaardigd. Even later horen we haar heel hard vloeken aan de telefoon: “Ma che sfaccimma!” De vertaling zal ik hier maar achterwege laten.

Advertentie
Dit bericht is gepubliceerd op maart 18, 2023 om 5:56 pm. Het’is opgeslagen in Napels en getagd als . Markeer de permalink als favoriet. Volg hier alle reacties met de RSS feed voor dit bericht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: