De favoriete camera van Joris Ivens

In de filmgeschiedenis spelen apparaten een belangrijke rol. Daarom is in het Filmmuseum EYE het Panorama te zien, een permanente tentoonstelling waarin de geschiedenis van de cinema wordt weergegeven met filmapparaten uit de collectie. Bevlogen uitvinders en visionairs buigen zich al eeuwenlang over het vastleggen van licht en beweging in beeld. EYE brengt een reis door de tijd aan de hand van filmapparaten, die belangrijke wendingen in de filmgeschiedenis markeren. Duidelijk wordt dat de geschiedenis van de film niet begon in 1896, zoals wij allemaal denken, maar veel verder teruggaat.

Het, op de iPhone na, kleinste object in deze tentoonstelling is de Kinamo compact camera uit 1924, waarmee Joris Ivens De Brug vastlegde. Een koffertje van slechts 16x12x14cm. groot. Gezien de loodzware en omvangrijke proporties van camera’s in die tijd was dit een ware revolutie op cameragebied. Een ware ontdekking voor de avontuurlijke documentairefilmer Joris Ivens, die deze amateurcamera gebruikte voor zijn film De Brug, waarvoor hij de meest acrobatische toeren uithaalde. De camera was in feite een verlengstuk van zijn arm.

fe2b3-joris2bivens2bkinamo2bcamera2bde2bbrugIn het leven van de in 1898 geboren Ivens speelden camera’s van het begin af aan een grote rol. Hij begon bij zijn vaders fotohandel CAPI in Nijmegen. Toen maakte hij al de korte speelfilm De Wigwam (1911) met hulp van medewerkers van zijn vader. Hij trommelde zijn hele familie op om rollen te spelen. In de jaren twintig sloot hij zich aan bij de Filmliga, die zich verzette tegen de Hollywoodcinema. Hij werd een van de toonaangevende figuren van de Nederlandse avant-gardefilms, met documentaires als De Brug (1928) en Regen (1929). Later ging hij steeds meer reizen en maakte politiek geëngageerde films als Borinage (1934), over de mijnwerkers in deze Waalse streek.

De Brug was een filmexperiment dat Ivens in de pauzes van zijn werk bezighield. Hij werkte in Leiden en ging tussen de middag met de trein naar Rotterdam om de toen net aangelegde spoorbrug over de Maas te filmen. De vele diagonale lijnen van de brug komen terug in de bewegingen van de camera, op zoek naar ‘expressieve hoeken’, zoals Ivens het omschrijft.

5694-B Ivens in werkkamer Amsterdam

Joris Ivens in zijn werkkamer in Amsterdam

De camera was niet bedoeld voor professionals, maar voor amateurs en moest dus vooral eenvoudig te bedienen en compact zijn. Het is een handheld camera zonder statief, en ook de draaihendel is vervangen door een de aandrijving van een veermotor. Ivens werkte zelf mee aan de ontwikkeling van dit apparaat, dat perfect paste bij zijn idealen. Hij wilde nooit een professional worden, maar de vrijheid behouden van een amateur. En hij was hier niet alleen in, ook voor grootheden als Dziga Vertov en Walter Ruttmann was deze camera een onmisbaar gereedschap.

Tekst: Vera de Lange
Dit artikel is in iets andere vorm gepubliceerd op het Collectieblog van EYE Filmmuseum. 

 

Dit bericht is gepubliceerd op januari 17, 2016 om 3:00 pm. Het’is opgeslagen in film, geschiedenis, jaren twintig, Uncategorized en getagd als , , , , , , . Markeer de permalink als favoriet. Volg hier alle reacties met de RSS feed voor dit bericht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: