Als je over film praat, dan heb je het meestal over de acteurs en de plot. Maar onbewust word je misschien wel veel meer beïnvloed door het werk van de production designer. Jan Roelfs geeft leiding aan het art department van grote Hollywoodproducties. Hij bepaalt de look van de film: van decors tot locaties, rekwisieten, kleding en special effects. Dat doet hij al meer dan dertig jaar met groot succes. Zo haalde hij al twee Oscar-nominaties en een Gouden Kalf binnen. Op het Nederlands Filmfestival interviewde ik hem aan de hand van zeven opvallende films uit zijn indrukwekkende carrière.
1. NAUGHTY BOYS (1984)
“Bij toeval belandde ik in het vak. Ik werkte voor een architectenbureau en volgde in de avonduren les aan de Kunstacademie. Een vriendin vroeg of ik een weekend wilde helpen om een decor te maken bij een filmproductie. Erik de Kuyper wilde met zijn crew een zwart-wit musicalfilm, Naughty Boys, opnemen in een mooi oud landhuis. Ze werden er echter al snel uitgegooid; waarschijnlijk waren ze vergeten om toestemming te vragen. Ze vonden toen een oude, leegstaande bioscoop, waarin het landhuis kon worden nagebouwd. Dat huis was heel bepalend voor de choreografie, en moest dus een heel specifieke indeling hebben. We draaiden de film in veertien dagen met een kleine crew, dus iedereen hield zich met alles tegelijk bezig. Ik deed bijvoorbeeld ook de grip, dat was erg leuk.”
2. THE COOK, THE THIEF, HIS & HER LOVER (1989)
“Heel kort daarna leerde ik Peter Greenaway kennen via Kees Kasander, de producent van Naughty Boys. The Cook… is de vierde film die ik met Peter Greenaway maakte. We waren dus al aardig op elkaar ingespeeld en durfden steeds meer te experimenteren, samen met mijn collega Ben van Os. Greenaway is zowel intellectueel als visueel enorm ontwikkeld en hij levert heel gedetailleerde scripts. Maar het voordeel is dat de sets van een afstand gefilmd worden, waardoor je niet zo precies hoeft te werken. Er zit bijvoorbeeld geen glas in de ramen. Ook zijn het maar halve decors, omdat hij toch nooit gebruik maakt van tegenshots. The Cook… moest eruitzien als een soort rotten cathedral, verdorven pracht en praal. Ik snap nog steeds niet hoe we dit met zo’n klein budget hebben kunnen maken. We hebben heel veel geïmproviseerd. Zo liep ik op straat in Londen en zag dat er containers stonden, met spullen van een ziekenhuis dat gesloopt werd. ‘Hebben jullie ook een keuken?’, vroeg ik. Die was er. Ik kon hem de volgende dag komen ophalen.”
3. THE JUROR (1996)
“Hoewel de vormgeving bij The Juror ogenschijnlijk niet zo opvallend is, ben ik hier net zo trots op als op de meer spectaculaire films. ‘Je kijkt ernaar, maar je ziet het niet’: zo zou ik production design omschrijven. Het moet altijd in dienst staan van het verhaal en de visie van de regisseur. In deze rechtbankthriller ligt de nadruk op de psychologie van de personages. Maar ook hier is aan de setting veel aandacht besteed. Alles in de vormgeving ondersteunt de hoofdpersonen, waaronder de in de studio opgetrokken sets, zoals het huis van Demi Moores personage, tot haar kleding en make-up. Zij speelde een creatief persoon en dat komt tot uitdrukking in het interieur. Het oogde als een soort schuur. Ik overleg altijd veel met de acteurs.”
4. WORLD TRADE CENTER (2006)
“Een aangrijpende film. Vijf jaar voor het maken woonde ik in New York en zag ik de torens met eigen ogen instorten. World Trade Center is één van de ingewikkeldste films die ik ooit maakte. Iedereen kent de beelden van de ramp en de nasleep. Probeer maar eens puin te maken dat geloofwaardig oogt. Dat is heel moeilijk. Oliver Stone was gefascineerd door de overlevingsdrang van de slachtoffers die pas na 18 of 26 uur onder het puin vandaan gehaald werden. We mochten niet in New York filmen. Dat lag te gevoelig en werd tegengehouden door belangenorganisaties. Dus werd op een braakliggend veld achter de studio in LA een set van vijf hectare gebouwd, bevolkt door New Yorkse politie-en brandweermannen die de ramp zelf mee hadden gemaakt. Voor de beelden van de instortende torens is found footage gebruikt. Daarvoor heb ik honderden uren brandweeropnames bekeken, wat niet erg prettig was.”
5. GATTACA (1997)
“Regisseur Andrew Niccol wilde in Hollywood The Truman Show maken, waarvoor hij het script schreef. Die klus kreeg hij niet, maar met zijn scenario voor Gattaca lukte het wel. Andrew had grootse plannen en wilde over de hele wereld draaien, van een wc in München en een hoofdkwartier in Guatemala tot een vergaderzaal in Rio. Het budget was echter bescheiden voor Hollywoodbegrippen, slechts 10 miljoen dollar. Daarom draaiden we praktisch alles in LA, in the zone, een beperkte straal rondom het centrum. Als inspiratie voor de vormgeving van de sets, en als locatie voor het Gattaca Complex gebruikten we het Civic Centre van Frank Lloyd Wright, ten noorden van San Francisco. Dat was de perfecte basis voor de steriele, futuristische sfeer die Gattaca ademt. Het kostuumdrama Orlando was mijn eerste Oscar-nominatie, deze film mijn tweede.”

Still uit Alexander
6. ALEXANDER (2004)
“Oliver Stone belde me uit het niets op. Kan ik je over een uur ontmoeten, vroeg hij. Hij was al tien jaar met dit project bezig, het was zijn grote passie. Alexander kostte zo’n 163 miljoen. Daarvan ging ruim een kwart naar het art department. De veldslagen van één van de grootste krijgsheren uit de geschiedenis, die in dertien jaar tijd de halve wereld heeft veroverd: de film moest het wel allemaal wel eer aandoen. De grootste architectonische wereldwonderen zijn erin te zien, zoals de hangende tuinen van Babylon. Voor de historische juistheid werd de regisseur geadviseerd door twaalf Oxford-professors. Daar had ik het vaak mee aan de stok, maar ze waren uiteindelijk tevreden. Alexander is opgenomen in de woestijn van Marokko. De Marokkaanse koning houdt erg van film en leverde drieduizend soldaten uit zijn eigen leger. Van te voren hebben een mannetje of tachtig drie maandenlang stenen geraapt, om te voorkomen dat tijdens de shoot de paarden zouden struikelen.”
7. 47 RONIN (2013)
“Het is ontzettend zonde dat deze film, een enorm spektakel met een royale honderd draaidagen, lauw is ontvangen. 47 Ronin speelt zich af in het zeventiende-eeuwse Japan, maar er is geen centimeter film in dat land gedraaid. De film is in zijn totaal op een terrein bij de Pinewood Shepperton studio’s opgenomen, daar ligt net zo’n soort bouwput als rond Hoog Catharijne. Veel van de acteurs zijn wel uit Japan overgevlogen. Er is enorm veel research gedaan om het landschap te ontwerpen, maar die research is vervolgens de basis voor je fantasie. De gebouwen zijn bijna één op één gereconstrueerd, tot vier verdiepingen hoog. Hadden we dit middels visual effects gerealiseerd, was het nog véél duurder uitgevallen. Nee, ik ben zelf ook niet naar Japan voor een studiereis. Het oude Japan bestaat toch niet meer. De kastelen van toen zijn nu allemaal musea.”
Vera de Lange
Dit artikel werd gepubliceerd op de website van het Nederlands Film Festival . Kijk hier ook voor het videoverslag van het live interview met Jan Roelfs op het NFF 2015.