In 2002 was het een ongekende mediaexplosie: de talentenshow Idols. Overal waar favorieten Jim en Jamai hun hoofd om de hoek staken, stonden gillende fans te wachten. Maar elke hype gaat voorbij. Twaalf jaar later zien we de reünie van de tien finalisten in de aanstekelijke documentaire U kunt nu nog stemmen.
Voorbij de hype: De Idolsbubbel die nu wel aansteekt
Wat is er intussen met hen gebeurd? Regisseur Emma Westermann wilde graag een film maken over wat roem met mensen doet en kwam via via oud-Idolsster Joël tegen. Die deed een boekje open over de Idolsbubbel en het zwarte gat waar hij erna in terechtkwam.
De finalisten praten over het succes en over de moeilijkheden daarna. De verslavende aandacht en de opbrengsten namen steeds meer af. Ze moesten op een gegeven moment hun ‘marktwaarde loskoppelen van hun eigenwaarde’, zoals David het mooi uitdrukt. De één belandde in de schuldsanering, een ander in therapie. ‘Ik kon niet meer naar school. Ik was te beroemd’, vertelt Bas.
Met enige tegenzin gingen we naar deze film kijken. Hoewel we in dezelfde leeftijdsfase zaten als de finalisten, vonden we Idols vreselijk. De exploitatie van jongeren en het opgeblazen mediaspektakel waar 5 miljoen mensen naar keken, stond ver af van onze muziekbeleving. Tegelijkertijd kunnen we ons als leeftijdgenoten nu wel aan hen spiegelen.
De regisseur maakte eerder ‘Generatie nooitgenoeg’ (2010) over deze leeftijdsgroep waar ook zijzelf toe behoort: een generatie die is opgegroeid in een decennium waarin alles kan en alles mag. Maar de bijkomende keuzestress en prestatiedruk maken dat het geluk ver te zoeken is. Dit staat in schril contrast met de problemen waar de huidige generatie jongeren mee te kampen heeft, zoals minder studiefinanciering en hoge werkloosheid. Dit generatieverschil wordt ook mooi uitgewerkt in de film ‘Aanmodderfakker’, die op dit festival eveneens in première gaat.
In deze documentaire komt dit bredere perspectief helaas niet naar voren, het richt zich echt op de roem en de nasleep hiervan. Maar ook daarin blijft het redelijk op de vlakte. Iemand is in therapie gegaan, maar wat gebeurde er toen? En hoe zijn ze de overgang weer te boven gekomen? We krijgen argwaan: hier worden dezelfde technieken gebruikt als destijds in Idols, met veel close-ups en gericht op emoties. In hoeverre is hun gedrag spontaan, en hoeveel wordt er ook nu weer gestuurd door tv-bazen?
Misschien is een documentaire van amper een uur ook iets te kort voor diepgang. Daartegenover staat dat de gesprekken worden afgewisseld met de liedjes, en dat is waar het gebeurt. De beste finalisten treden voor en met elkaar op. Dat doen ze fenomenaal; hun stem (ze kunnen echt zingen!) en de overgave waarmee ze hun zelfgekozen nummers zingen, werken aanstekelijk. De andere Idolsfinalisten worden zichtbaar geraakt.
Het mooiste moment, waarbij wij zelfs een traantje wegpinkten, was het onverwachte optreden van Bas. Inmiddels gymleraar, is hij de nuchterste van het stel. Nee, hij deed niks meer met zingen. Voetbal was meer zijn ding. Maar toen hij ‘Thunder road’ van Bruce Springsteen begon te zingen, bracht dat ook bij ons kippenvel teweeg. Bas schrok er zelf zo van dat hij halverwege stilviel, door de emoties en herinneringen die het opriep. Tegen de plastic wereld van Idols verschijnt toch iets puurs: de kracht van muziek, wat maakte dat we, in weerwil van ons eerdere verzet, toch in de Idolsbubbel werden opgeslokt. En dat is een knappe prestatie.
Zaterdag 4 oktober werd deze film uitgezonden op NPO3. De opgenomen optredens van de finalisten zijn te zien op op www.cultura.nl
Vera de Lange
Dit artikel is gepubliceerd op http://www.cuttingedge.nl