Vanger van dromen

Het hoofd van Sophie Scholl die een kind baartl

Voor de meeste mensen zijn dromen slechts een bijzaak in het leven.’s Ochtends bij het ontwaken verwonder je je er even over, maar daarna ga je over tot de orde van de dag. Zo is het niet voor Paul Klemann, die zijn beroep heeft gemaakt van het vangen van dromen in tekeningen. De rollen tussen slapen en waken zijn omgedraaid: “Het dagelijks leven heeft voor mij vooral bestaansrecht als voedingsbodem voor mijn dromen,” zo vertelt hij in een interview in het Centraal Museum, waar zijn tekeningen zijn tentoongesteld.

Dromentekenaar Paul Klemann: “Je bent veel slimmer als je droomt”

Vroeger sliep hij zo lang uit dat hij nog net voor sluitingstijd van de supermarkt opstond om boodschappen te doen. Hij werkte dan de hele nacht door om zijn dromen uit te werken. Toen hij hier net mee begon, werd hij erdoor overweldigd. “Ik zat aan de rand van doordraaien”, vertelt hij. De indrukken uit zijn dromen waren teveel en te heftig. “Ze zijn vaak extreem dramatisch.” Nu heeft hij het meer onder controle. Het is vaak een proces van in slaap vallen, wakker worden, sluimeren, weer in slaap vallen. Het stadium van ontwaken probeert hij zo lang mogelijk te rekken. Telkens als hij wakker wordt, soms ook midden in de nacht, maakt hij aantekeningen, nog in bed in het donker. Die typt hij de volgende dag uit op de computer. Inmiddels heeft hij twee meter ordners met droombechrijvingen.

Droste-effect
Op basis van deze ‘verhaaltjes’ maakt hij kleine schetsjes, ongeveer als een storyboard, die hij verder uitwerkt in potloodtekeningen in kleur. Dat gaat sneller dan schilderen, en hij moet wel het tempo van zijn dromen bijhouden. Soms heeft hij ook last van het Droste-effect: hij wordt wakker in een droom waarin hij naar een van zijn droomtekeningen kijkt.

Zoals het onze nachtelijke fantasieën betaamt, zijn de taferelen te omschrijven die Paul Klemann tekent, moeilijk te omschrijven. In felle kleuren zien we de meest uitzinnige fantasiebeelden zoals een vrouwenhoofd dat een kind baart, een rode duivel met een gebroken Grieks beeldje in zijn armen, een manshoge crucifix die een treincoupé in de verdrukking brengt. De tekeningen bestaan uit zoveel bizarre elementen dat ze eigenlijk niet te interpreteren zijn; het kijken ernaar is als een dronkemansrit die je moet ondergaan.

Domtoren die Domkerk wil omarmen

Freudiaans gezwets
Klemann gelooft niet in de symbolische waarde van dromen. “Die Freudiaanse theorieen en boeken over de symbolische betekenis van dromen zijn gezwets in de ruimte.” Volgens hem zijn dromen veel complexer en niet één-op-één te verklaren: ”Het is veel gekker. Je stapt echt in een andere wereld als je droomt.” Wel komen zijn passies en jeugdherinneringen terug in zijn dromen. Hij groeide op vlakbij de Dom in Utrecht. “Als kind ging ik vaak steppen op het Domplein. Als ik dan in de Domkerk kwam, viel het me op dat al die beelden in de nissen weg waren, kapotgegooid in de beeldenstorm.” De beladenheid van beelden intrigeert hem. In zijn tekeningen zijn er niet alleen veel katholieke iconen en mythologische beelden te zien, maar ook figuren geïnspireerd door de Afrikaanse kunst. “Ik geloof dat dingen een ziel hebben. Zoals een Afrikaanse masker, uit hout gesneden. Dat is door mensen gemaakt, er zit een kracht in zo’n beeld.”

Naaimachine
Ook ben je volgens Klemann veel slimmer als je droomt, want je kunt de beperkingen van het dagelijks leven van je afschudden.“Overdag kom je tot beslissingen die ’s nachts al ‘aangezet’ zijn,” is Klemanns analyse. Niet voor niets worden veel ontdekkingen tijdens de slaap gedaan. Zo vertelt hij over Elias Howe, de uitvinder van de naaimachine. Hij droomde dat hij werd aangevallen door woeste krijgers met speren. Tijdens het gevecht zag hij opeens dat er een oog zat in deze stokken, en wel vlakbij de punt, in plaats van aan de stompe kant zoals bij een gewone naald.

Soms worden in dromen dingen weer heel gemaakt. Op een tekening van Klemann is de Domtoren te zien. Deze staat los van de kerk; door een storm in 1674 werd het middenschip verwoest. In de tekening is de toren hier weer mee verbonden. Uiteraard wel op een onalledaagse manier: Hij buigt voorover en grijpt zich vast aan het andere deel van de kathedraal. Zo lijkt Klemann ook de leegte op te willen vullen van de geringe aandacht die er aan dromen wordt besteed in het dagelijks leven. De slaaptoestand vormt een zwart gat, we doen net alsof deze niet bestaat. Maar het is een integraal onderdeel van ons leven, en door dromen aandacht te geven leer je ook jezelf beter te begrijpen, en kun je dus zelfs tot grote uitvindingen komen.

Vera de Lange

De tekeningen zijn t/m 9 juni 2014 te zien bij de tentoonstelling Surreële Werelden in het Centraal Museum, Utrecht. Het gesprek vond plaats tijdens de maandelijkse Sit-in met directeur Edwin Jacobs.

Een filmpje over de werkwijze van Paul Klemann is hier te zien.

Dit artikel is in iets gewijzigde versie gepubliceerd op de website KunstKoning.

Dit bericht is gepubliceerd op maart 6, 2014 om 2:41 pm. Het’is opgeslagen in Centraal Museum, interview, kunst, tentoonstelling en getagd als , , , . Markeer de permalink als favoriet. Volg hier alle reacties met de RSS feed voor dit bericht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: