Tijdens het openingsfestival van het nieuwe EYE Filminstituut ging de gerestaureerde director’s cut van Paul Verhoevens SPETTERS in première. De film uit 1980, over een groep losgeslagen plattelandsjongeren, werd destijds door de critici verguisd als ‘amoreel en fascistoïde vermaak’.
Oorlog, liefde en filmmaken
Paul Verhoeven is al vrijwel zijn hele carrière het enfant terrible van de Nederlandse film en ik bereidde me dan ook voor op een shockerende ervaring. Dat was het niet; wat ik zag was een meeslepende, denderende achtbaanrit, vol energie en humor, maar ook onthutsend drama. Werden er nu nog maar zulke films gemaakt! Goede filmmakers zijn visionair en onthullen datgene wat wij (nog) niet willen zien. In de jaren tachtig waren dat de losbandige levensstijl van jongeren uit de arbeidersklasse en het aanstormende nihilisme, dat samen met de bom de stemming onder de jeugd zou gaan bepalen. De machteloze woede die confronterende films opwekken, richt zijn pijlen vaak onterecht op de regisseur. Don’t blame the messenger! Of zoals Verhoeven het zelf verwoordt: “In oorlog, liefde en filmmaken is alles toegestaan.”
Inmiddels zien ook de filmcritici geen gevaar meer in SPETTERS en geldt hij als een ware cultklassieker. En zelfs de feministe die destijds woordvoerder was van de protestbeweging NASA (oftewel de Nationale Anti-Spetters-Actie) dacht er dertig jaar later anders over: “Wat ik toen zag als een explosie van geweld, zag ik nu als een paar aardige jongens van het platteland die volwassen probeerden te worden.”
Hoe heeft dit zo kunnen veranderen? Zijn wij inmiddels zo afgestompt door gewelddadige actiefilms en realityseries zoals OH OH CHERSO, dat we nergens meer van opkijken? Geweld, seks en opportunisme zijn in SPETTERS niet veel minder expliciet dan we tegenwoordig in de media zien. Of zien we nu pas dat achter Verhoevens ‘domme vermaak’ nog een boodschap verscholen zat?
Het is in ieder geval opvallend hoe bewegend beeld in verschillende tijdperken zulke uiteenlopende reacties teweeg kan brengen. Wanneer je een film na lange tijd weer terugziet, lijkt het soms alsof je naar een totaal andere film kijkt. Dat is het mooie aan dit medium: de tijd verandert en de film blijft hetzelfde, maar toch lijkt het alsof deze is meeveranderd. Maar eigenlijk zijn wij het, die achter de films aanhobbelen en pas veel later begrijpen wat een regisseur ons met alle geweld duidelijk wilde maken.
Deze column is gepubliceerd in Tijdschrift BLIK (nr. 5.2), augustus 2012.