Amour

amour

“We hebben al zoveel meegemaakt samen. Hier komen we ook wel weer doorheen.” Maar welke relatie overleeft het lichamelijk en uiteindelijk geestelijk wegvallen van één van de twee?

Een ongenode bezoeker, die blijft tot het bittere eind

In de eerste sequenties van amour wordt duidelijk dat de liefde tussen het bejaarde koppel Anne en George groot is. Deze ongecompliceerde warmte is bijna ongekend in het werk van ‘shockregisseur’ Michael Haneke, en leverde hem in Cannes een Gouden Palm op.

De veelgeprezen filmmaker is al meer dan twintig jaar geobsedeerd door het kwaad in mens en maatschappij. Met uiterste precisie probeert hij dit te ontleden, in films als Benny’s Video (1992) en Das Weisse Band uit 2009. Met amour lijkt hij een volkomen nieuwe weg in te slaan. Geanimeerd met elkaar pratend in de bus na een avond in het concertgebouw, kibbelend over alledaagse besognes aan de ontbijttafel; hoe de twee geliefden naar elkaar kijken, zegt genoeg. Of zoals hun dochter zegt: “Ik luisterde naar hoe jullie vrijden als kind. Het stelde me gerust. Ik wist dat jullie van elkaar hielden en dat we altijd samen zouden blijven.”

De harmonie wordt echter ook in deze film snel verstoord. Wanneer Anne na het krijgen van een beroerte terugkomt uit het ziekenhuis en aan één kant verlamd is, vindt ze het moeilijk om hulp van George te accepteren (“Ik ben niet gehandicapt!”) en wil ze vooral dat hij “doorgaat met zijn leven”, alsof dat zonder haar bestaat. Hij zorgt met volle overgave voor haar, maar neemt op zijn beurt ook moeilijk hulp aan van buitenaf. Anne zegt: “Je moet me beloven dat je me nooit meer naar het ziekenhuis zult brengen”. Daar houdt George zich aan en zet dit tot het uiterste door. De manier waarop het echtpaar met het verval van Anne omgaat, past bij hun leefwijze: geïsoleerd van de buitenwereld. De telefoon rinkelt vaak tevergeefs.

De liefde tussen de twee hoofdpersonages, die volkomen overtuigend wordt gespeeld door Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva, is teder en warm. Deze staat in groot contrast met de afstandelijkheid die ze naar buiten uitdragen. Hier komt de typische Hanekeblik naar voren. Het stel sluit zelfs hun dochter Eva het liefste buiten. George doet de deur van de kamer waar Anne ligt op slot als zij langskomt. Het wordt duidelijk dat de verhouding met hun dochter al lange tijd nogal koel is. Bij het bed van haar moeder, die aan het infuus ligt, praat Eva alleen over haar hypotheek. Als Eva beseft hoe erg de situatie is, huilt ze met haar rug naar haar vader. Het is geen toeval dat haar geslotenheid doet denken aan de eveneens door Isabelle Huppert gespeelde hoofdpersoon in Hanekes la pianiste (2001), over een geïsoleerd levende muziekdocente die haar gevoelens niet kan uiten.

Hanekes films spelen zich vaak af binnen de culturele elite van een grote stad. Anne en George werkten beiden jaren als muziekdocent en wonen in een een statig appartement in Parijs met veel antiek en klassieke kunst. Net als in la pianiste komt de camera het huis vrijwel niet uit. Het huis doet zodoende dienst als een soort cellulaire structuur, met een grote hoeveelheid deuren en kamers, waarbinnen Haneke zich met een microscoop richt op de binnenwereld van de personages. Tussen deze vier muren gaat er van alles mis en buiten wordt de schijn van goede smaak en gecultiveerdheid gebruikt als dekmantel.

Twee uur lang zien we Anne’s aftakeling en hoe George hiermee worstelt. De camera registreert hoe George zijn onwillende vrouw voert, of haar onderbroek ophijst als ze van de wc komt. Met langdurige, statische shots toont Haneke zonder scrupules het verval van Anne, die kwijlt en wartaal uitbrengt. Niets wordt verhuld of verzacht. Alsof de regisseur wil zeggen: kijk goed, dit zijn de uiterste consequenties van liefde. Toch wordt de film nergens cynisch. Terwijl zijn laatste film das weisse band de oorzaak van slechtheid liet zien (jaloezie, machtsbelustheid), toont Haneke ons nu de gevolgen van goedheid (het zorgen voor elkaar).

Hoewel muziek een belangrijke rol speelt in de levens van het koppel, is het in de film vrijwel afwezig en alleen diëgetisch ingezet, dus als er daadwerkelijk door de personages muziek gespeeld of gedraaid wordt. Het gebrek aan muziek representeert het stille lijden van de man. Wanneer de buren contact met hem proberen te krijgen reageert hij vriendelijk maar kortaf. Zelfs voor zichzelf houdt hij zich sterk. Zijn gemis wordt duidelijk in de scènes waarin hij zijn vrouw, terwijl zij in bed ligt, de afwas ziet doen of piano ziet spelen. Hij zet de cd-speler uit en de muziek stopt. De pianokruk is leeg.

Ondanks de voor Haneke uitzonderlijke kalmte, zitten er in amour
toch enkele shockeffecten, die we zo goed van hem kennen. Zoals de schrikwekkende nachtmerries van George, waarin hij overvallen wordt. En overdag fladdert er plots een duif naar binnen, die niet van plan is om weg te gaan. Zijn pootjes tikken op het parket, een vreemd geluid. Iets wat er niet hoort, een indringer die de veilige wereld van het huis binnenkomt.

Amour is een indrukwekkende film die langzaam voortkabbelt, maar je toch steeds meer in zijn greep krijgt. Het is een heel intiem portret is van de twee hoofdpersonen, en tegelijk ook van het onomkeerbare proces van het ouder worden, dat uiteindelijk iedereen overvalt. Ook na het kijken blijft de film daardoor lang door je hoofd spelen en het zet je aan het denken over de grote levensvragen die erin gesteld worden. Met dit thema, de veroudering als ‘insluiper’, is de film toch weer een typisch product van Haneke en een waardevolle toevoeging aan zijn intrigerende levenswerk.

Dit bericht is gepubliceerd op november 22, 2012 om 1:57 pm. Het’is opgeslagen in Uncategorized en getagd als , . Markeer de permalink als favoriet. Volg hier alle reacties met de RSS feed voor dit bericht.
%d bloggers liken dit: